Johannes de Heer

JdH (kleurenfoto)

IN HET KORT:

Johannes de Heer, ook wel ‘Johan de Heer’, (Rotterdam, 23 mei 1866 – Driebergen, 16 maart 1961) was een Nederlandse evangelist die aan de wieg stond van de protestants-christelijke radio- (en later ook televisie) omroep, de NCRV.
Daarnaast was hij oprichter van ‘Het Zoeklicht’, een organisatie die mede aan de basis heeft gestaan van de evangelische beweging in Nederland en die sinds 1919 een gelijknamig tijdschrift uitgeeft ‘gewijd aan het onderzoek der Schriften en de Teekenen der Tijden’.

Theologisch was Johannes verwant aan het methodisme (hij was ook enkele jaren actief binnen de Zevende-dags Adventisten van 1896-1902) maar hij bleef uiteindelijk zijn leven lang lid van de Nederlands Hervormde Kerk. Wel sprak hij veel in de Vrije Evangelische Gemeenten.
Binnen veel traditionele kerken en Evangelische gemeenten wordt nog regelmatig uit de zangbundel van Johannes de Heer gezongen.

JdH oude foto banner.png

UITGEBREIDER:

Al is Johannes de Heer (vooral in protestantse kringen) bekend om de zangbundel die zijn naam draagt; er is van hem wel iets meer te zeggen.
Zakenman en evangelist, het laatste vooral als prediker van de wederkomst van Christus.

De basis voor zijn handelsgeest werd gelegd in de muziekzaak van Lichtenauer en die van Alsbach in zijn geboorteplaats Rotterdam.
Daar werd ook zijn belangstelling voor muziek, die hij als kind al had, verder ontwikkeld.

Sinds 1898 had Johannes een eigen muziekwinkel aan huis, gaf hij orgellessen, was hij uitgever van bladmuziek met christelijke liederen en verkocht hij harmoniums (traporgels).

Het overlijden van een tweede kind werd een keerpunt in het leven van het echtpaar ‘de Heer’.
Van huis uit Hervormd, sloot ‘de Heer’ zich aanvankelijk aan bij de Zevende-Dagadventisten (1896 – 1902) en in 1903 bij de Rotterdamse stadsevangelisatiekring ‘Jeruël’.
In die kring viel hem op dat een geschikt liedboek ontbrak en daarom nam hij al vrij snel zelf het samenstellen van een zangbundel ter hand.

Tijdens een zakenreis naar Engeland kwam Johannes de Heer in aanraking met de opwekking in Wales en hij ontdekte, in een etalage in Londen, de bundel ‘Victory-songs’. Het betrof een bundel met ‘gospels’, ‘hymnen’ en andere christelijke liederen. Opwekkingsliederen met de nadruk op bekering van de zondaar en een persoonlijke band met Jezus Christus. Johannes de Heer besloot ook voor Nederland een dergelijke zangbundel samen te stellen. In zijn bundel werden uiteindelijk ook veel, door hemzelf en anderen vertaalde, liederen uit de bundel ‘Victory-songs’ opgenomen. In 1904 verscheen zijn eerste uitgave. Poëtisch gezien waren veel liederen geen ‘hoogstandjes’, het hoofddoel was prediking en evangelisatie!

KLIK HIER om meer te lezen over het ontstaan van de zangbundel, in een aantal dagboekfragmenten van Johannes de Heer.

De kritiek van de kant van theologen en letterkundigen op de verzen in zijn bundel pareerde Johannes met de woorden: ‘Gods kudde bestaat niet uit giraffen, maar uit schapen die Zijn hand wil weiden. U hangt de korf met voedsel zó hoog dat een eenvoudig schaap er onmogelijk bij kan.’

Talloos waren de bijeenkomsten waarin Johannes de Heer zong en sprak.
Bijeenkomsten, waarin vooral de nadruk lag op de thema’s persoonlijke bekering en de verwachting van Jezus’ wederkomst.

KLIK HIER om Johannes de Heer zijn terugblikken te lezen op de geestelijke opleving die in Nederland rond 1905 plaatsvond (als uitwaaiering van de opwekking in Wales).

In eigen beheer gaf Johannes het tijdschrift ‘Het Zoeklicht’ uit.
Zoals de ondertiteling luidde: ‘Gewijd aan het onderzoek der Schriften en de Teekenen der Tijden.’

Johannes de Heer (over verwachting)

Johannes de Heer was een overtuigd chiliast. De stroming van het chiliasme (chilias = duizend), op basis van het Bijbelboek Openbaring, plaatst aan het eind van de wereldgeschiedenis een duizendjarig rijk en de wederkomst van Jezus Christus wordt door hen verwacht in een aantal fasen.
Verlossing, Vervulling en Verwachting,… dat waren de drie pijlers waarop de prediking van Johannes de Heer rustte, met alle nadruk op Verwachting: ‘Maranatha’ – Kom, Heer Jezus.
Johannes de Heer beoogde geen nieuw kerkgenootschap en wilde allerminst een sektariër zijn.
Met zijn boodschap wilde hij een belangrijk aspect van het evangelie, dat ondergesneeuwd was, de Wederkomst van Christus, een plaats geven binnen de bestaande kerken.

Verguisd door theologen en dichters, was het de Synode van de Hervormde Kerk, die hem ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag een gelukwens zond en hem vooral dankte voor zijn ‘getuigenis aangaande de Wederkomst van Christus en de bereidheid om met blijdschap Zijn toekomst tegemoet te gaan’.

Naar het oordeel van de Synode heeft Johannes de Heer meegewerkt aan ‘een nieuw verstaan van de Bijbelse boodschap’.
In 1961 stierf Johannes de Heer, die, zoals Fons Jansen ooit zei:
‘De Heer heette en de Heer diende’.

graf johannes de heer
Graf van Johannes de Heer met daarop een bekende titel uit zijn bundel:
Veilig in Jezus’ armen (JdH-523)